M H^IP^oest jagen de wolken Door vaalgrauwe lucht, Reeds vallen de blad'ren Bij 't minste gezucht. Veelkleurig het loover In 't donkere bosch Nat, glanzend de naalden In 't vochtige mos. De struiken en plantenlevenszat Zij sidd'ren en trillen Aan ieder blad. Zij moeten nu sterven Zelfs 't schoonste gebloemt Waarom is toch alles Ten doode gedoemd? D. W. 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1899 | | pagina 251