55 de grondstoffen dier vorming zijn; ik weet ook, dat het soms goed isde aandacht van den jeugdigen krijgsman op de vereischten van dat karakter te vestigen ten einde hem aan te sporen tot ontwikkeling van zijnen echten soldatenaard orde, krijgstuchtgeestdrift, liefde voor zijnen stand, gegrondvest op liefde voor zijnen Vorst en zijn geboortegrond. Tot ontwikkeling van dien aard, moogt ge u wel getroosten eene dosis Holloway-pillen (1) te slikken, maar bovendien wil ik u nog een ander middel toedienen. Verzei mij dan naar de kazerne, ga gerust mede zoo als gij daar zijt, in uw mouwvest; maar poets het eerst wat zorgvuldig opde soldaat moet ziendat zijn aanstaande Officier een voorstander van zindelijkheid is, hij zal zich dan later des te gewilliger onderwerpen aan de eischenwelke deze in dit opzigt aan hem doen moet. Zie zoo, ga nu mede, ge zijt er welligt nog nooit geweest; op uwe wandelingen door Breda hebt ge u nug nooit verwaardigd een bezoek aan het soldaten verblijf te brengen, doch 'tis waar ook, wie zou er uw pasje afteekenen? Nu, dat's al weer een voorregt van het in de verbeelding uitgaan, dan hoeft er geen pas afgeteekend te worden, en dat's maar goed ookwant ik verbeeld mijdat er anders al eens dikwijls rare handteekeningen en kruisjes, die (1) ln potjes en doozen te bekomen bij de Erven Doorman te 's Gravenhage onder den titel van: Holloway-pillen voor een jong Officier, of wenken aan mijnen broeder bij zijn verlaten der Koninklijke Militaire Akademiedoor J. C. J. Kempees, [Noot van den Zetter.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1899 | | pagina 257