63 niet altijd even ordelijk) al een goede kern voor de landsverdediging vormen. Onze troep staat nu in de kazerne aangetreden, liet appèl is schielijk gehouden, alsmede cene vlugtige inspectie over de strijdvaardigheid der krijgers. Zij zijn pas uit een rustigen slaap gewekt, waarin geen hunner van gevaren of ontberingen droomdeze zijn allen even vredelievendniemand hunner zou eene vlieg kwaad doen; gelast hun nu, onverwijld en zonder aarzelen op den vijand in te loopendood en verderf om zich heen te verspreiden en zelve een bijna wissen dood in de armen te snellen; ge zult geen gemor, geen tegenstreven gewaarworden; ge zult misschien een daverend lioerah! vernemen, ten teeken van opgewekte bereidwilligheidsoldaten- zin en geringachting van 't leven. Zóó moet het wezen bij alle gelegenheden, waarin de soldaat, hoe onver wacht ook, opgeroepen wordt, om goed en bloed voor 't lieve Vaderland tegen buitenlandsche vijanden of inwendige rustverstoorders op het spel te zetten. Dadelijk gereed, zonder morren bereid, met toewijding vaardig, liet zwaard moet dan scherp zijn, het ligchaam sterk, de knoken gehard, het geweten zuiver, en het onderling vertrouwen gevestigd. Ja tochge zult nog meer hooren dan dat hoerahik ben zeker, dat onze ijverige poetser van daar even, die nog in zijn droom den glans van zijn geweer verhoogde, bij het eerste schot zeggen zal: »'tis zonde, ik had het zoo mooi gepoetstik weddat onze Korpo raal, die straks nog zoo ijverig zijn reglement bestu deerde door een kanonskogel geveldstervende zal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1899 | | pagina 265