78
d. Zeden en gewoonten. Karakter.
De mannelijke bevolking leeft zeer zedig en ingetogen
zij houdt van lichaamsoefeningendoch is zeer gekant
tegen geestelijke sport; rookt sterk. Zij heeft een
beminnelijk karakter, doch is soms een weinig woest
of heethoofdig van aardwelke trekken op gepaste wijze
door de vaderlijke regeering worden aan banden gelegd.
De wapens bestaan uit geweren van zeer moderne
inrichting en het korte wapen; de mannen schieten
goed, ook in de hanteering van het korte wapen zijn
zij uiterst bedreven.
e. Taal.
De taal is een dialect met een groot aantal zuiver
Nederlandsche woordenzij maakt in haar geheel een
deel uit van den grooten Nederlandschen taalstam.
Beschaving.
De bevolking is in hooge mate beschaafd en hare
beschaving is gedeeltelijk te danken aan de studie van
een ontzettend aantal vakken. Om overbeschaving te
voorkomen bestaat de gewoonte na iedere drie maanden
een soort van verlof toe te staanwaarvan de lengte
echter steeds tot een minimum wordt beperkt. Gedu
rende een gedeelte van het jaar gaat de bevolking op reis
om na te gaan, hoe de wereld is ingericht, en daaruit
conclusies te trekken. Naar men zegt werpt deze
methode zeer veel nut af.