l. Herinnering. „Joeveel armer ware ons leven, wanneer daaraan Herinnering ontbrak. Herinnering 't is zoo heerlijk te dwalen in Haar rijk, om ons nog eens alles te laten vertellen van de uren van geluk uit vroeger levente luisteren lang naar de lieve stemmen, die uit Haar rijk opstijgen, nu eens geheimzinnig fluisterend van verschijningen in ons intiemste gevoelsleven, dan weer juichend en jubelend over de dagen van vreugde en vroolijkheid soms ook droevig zingend, stemmend tot ernst en weemoed. En als we eenzaam zijn en verlaten, ja, dan vooral gevoelen wij de grootte van den geestesschatdie Herinnering heet.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1899 | | pagina 292