98
werd voorbereid in eene order, waarvan het voor
naamste gedeelte luidde
ORDER.
Breda, 16 April 1898.
»Uoor het Cadettenkorps is de wenschte kennen
gegevenomnaar aanleiding van de aanstaande
inhuldiging van Hare Majesteit onze geliefde
Koningin Wilhelmina, ter herinnering aan deze
heugelijke gebeurtenis, aan de Academie een aan
schouwelijk teeken te mogen plaatsenbestaande
in een lindeboom met rustbank.
Volgaarne daartoe mijne toestemming gevende,
wordt door mij bepaalddat de boom zal worden
geplant nabij het walletje, tegenover den ingang
van het hoofdgebouw en dat de plechtigheid van
het planten zal plaats hebben op Dinsdag 19 dezer,
des namiddags ten 4-1 /2 ure.
De Cadetten zullen daartoe ten 4'/4 uur opge
steld zijn, in groote tenue, gewapend doch zonder
ransel, op het voorplein der Academie, onder
commando van den kapitein Vos; de bij de
Cadetten-compagniën ingedeelde officierenmede
in groote tenue, ingetreden.
Ileeren officieren en burgerbeambten worden
verzocht de plechtigheid met hunne tegenwoordig
heid te vereerenenz."
De KolonelGouverneur,
(tu.g.) C. L. van Pesch.