102 voor eene Militaire Academietot opleiding van hen die bestemd zijn om ons dierbaar Vorstenhuis, om het Vaderland, waar noodig, met het zwaard in de hand te verdedigen. De zooeven door de tegenwoordige bewoners verrichte handeling is dus dubbel eigenaardig, nu de laatst over geblevene telg uit dat roemrijk Vorstenhuis eerlang den troon zal bestijgen. En die laatste telg, onze jeugdige, onze geliefde Koningin Wilhelmina heeft reeds vroeger getoonddat Ilaar het hart warm klopt voor die schoone instelling. Zij toonde dit door een bezoek nu ongeveer S1^ jaar geleden; een bezoek, dat met gulden letteren gegrift staat in het geschiedboek der Academie. Velen van ons waren toen tegenwoordig. Wij zien Hare liefelijke gestalte nog voor ons, ongeveer op de plek, waar wij thans ter Harer eere bijeen zijn. Wij denken nog aan de geestdrift van het toenmalige Cadettenkorps, aan den heerlijken dag, toen aan de Academie doorleefd. Ook te Alkmaar, aan de Cadettenschool, verscheen kort daarna de geliefde Vorstin en onder Utegen woordige Cadetten der Kon. Mil. Academie, zijn er velendie destijds de eer genoten voor Hare Majesteit te defileeren, die destijds uit volle borst het »leve de Koningin" aanhieven. Diep ben ik er van doordrongendat gij blaakt van liefde en vereering voor het edele en roemruchtige Stamhuis van Oranje en dat, wanneer eenmaal de ure des gevaars mocht aanbrekengij Uw leven zult veil hebben voor Vorstin en voor Vaderland.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1899 | | pagina 306