118
Toen Bernhard van Galen, bisschop van Munster,
tijdens den tweeden Engelschen oorlog Gelderland en
Overijsel binnenrukte, om tweedracht te zaaien tusschen
de staatsgezinden en de voorstanders van de verheffing
van Willem III, liet hij zijne trompetters het Wilhelmus
blazen. De Hollandsche soldaten zeiden daarom van
de Munsterschen«Dat zijn ze die Wilhelmus blazen"
en dit is een spreekwijze gebleven tot op dezen tijd.
Nog vele malen na dien is het Wilhelmus bij vader-
landsche gedenkdagen en andere plechtigheden gezongen
maar vooral was dit het geval in de jaren 1813 en
1830.
Wij noemen het eene gelukkige gedachtedat de
heer Van Domeren omstreeks 1830 een nieuw lied, in
den geest van het oudedoch meer voor den tijd
maakte. Dat lied werd met het meeste enthousiasme
zelfs in de schouwburgen te 's GravenhageRotterdam
en elders gezongen. Het is een hulde, die gebracht
werd aan Koning Willem I, en het valt niet moeielijk
te raden met hoeveel sympathie het in Noord-Neder
land ontvangen werdtoen de Zuid-Nederlandersdoor
hunne houding, blijken gaven geen gehechtheid voor
het Huis van Oranje te bezitten.
Wij zagen in het bovenstaande bij welke verschillende
gelegenheden het Wilhelmus gezongen werd. Die dagen
van bangen nood, waarin het lied gemaakt werd, zijn
gelukkig lang voorbij en dagen van vreugde en dank
baarheid zijn ons deel, nu de fiere afstammelinge van
het roemrijke Huis van Oranje-Nassau op 31 Augustus
den troon bestegen heeft. Met dankbaarheid denken
we terug aan Hare voorzaten, die goed en bloed veil