11
van onzen kameraad J. J. Collard van de infanterie
h. 1.1 2de studiejaar. Gedurende de velddienst oefening
vernamen wij dat Collard was gevallenen buiten
kennis was, maar we hoopten allen nog op beterschap,
toen onze oudste ons 's avonds in de amusementszaal
bijeenriep, en ons met het overlijden bekend maakte.
Dit droevig sterfgeval maakte zeer diepen indruk, en
algemeen werd besloten den rouw aan te nemen tot
Paschen. Den 17den bewezen we allen onzen kameraad
de laatste eer, door hem uitgeleide te doen naar het
stationwaar de muziek een treurmarsch speelde
terwijl de trein met het stoffelijk overschot langzaam
vertrok. Kapitein Vos, de Eerste-Luitenants Dufour
en van den Hoff en Collard's beste vrienden woonden
als deputatie van het korps, de begrafenis-plechtigheid
in Den Haag bij.
De talrijke kransen, die de baar dekten, bewezen
de vriendschap en achting, die wij onzen ontslapen
makker toedroegen.
De tijd echter stond niet stilen den 30sten Maart
brak het Paaschverlof aanwelk verlof den 4den April
weer was verstreken.
Den 5den maakte de Eerste Officier ons bekend
dat de Gouverneur besloten had onze uren van uitgaan
te vermeerderen van welke vermeerdering met dank
baarheid werd gebruik gemaakt.
Nadat reeds verschillende geruchten hadden geloopen
en onderstellingen waren gemaakt, werd 11 April per
order bekend gemaaktwaar we zouden worden gede
tacheerd het grootere aantal garnizoenen was iets nieuws,
terwijl de verpleging ook cenigszins anders geregeld werd.