12
Den 13den April bezocht de Minister van Oorlog de
Academie.
Ij ij den op den löden April gebonden scherm wedstrijd
waren de cadetten Oberstadt, Schetter en Bouman
E. L A. de gelukkigen, die tot kampioen respectievelijk
op degen, sabel en geweer werden uitgeroepen.
Ook op den 16den gaf «Sempre Crecendo" eene
uitvoering op de Sociëteit, en boden de leden hunnen
president, den cadet-sergeant J. B. van der Dussen,
een lauwerkrans aanals een zeker niet onverdiende
hulde voor de goede zorgendie hij als president aan
de vereeniging besteedde, en waardoor zij in staat
was ons zulke aangename avonden te verschaffen. Een
warm applaus van de collega's-toehoorders viel den
wakkeren praeses dan ook ten deel.
24 April begon de vermindering van het aantal
lesuren voor de infanterie en cavalerie der beide jongste
studiejarenen had het geneeskundig onderzoek plaats
van hen, die dit jaar het eindexamen zouden afleggen.
Doch dien dag gebeurde er meer.
Ziewat deed daar allendie zich op het footbalveld
bevonden, zoo hard naar den waterkant loopen, en
wat beduidde, enkele oogenblikken later, het luid
hoezee, dat uit de daar verzamelde cadetten opsteeg?
Er was een jongetje in de gracht gevallen en dit
kind was door een der onzen gered. De cadet-sergeant
G. B. F. van der Schoot, van het oudste studiejaar der
Cavalerie O.-I. L., had zich geen oogenblik bedacht,
toen hij het gevaar zag, waarin het knaapje verkeerde,
maar met echt militaire besluitvaardigheid, wierp hij
zijn bovenkleeding uit en begaf hij zich te water.