n dichten drom aaneengesloten Van dampen, dicht en zwaar, Fantastisch uit den mond gestooten Trekt op die wolkenschaar Als 't geestenrijk zoo rustig zwevend Zoo trekt zij langzaam voort, Voor 't minste windje, tochtje bevend, Naar een onzichtbaar oord. En peinzend zie ik naar die kringen. Die stijgen naar omhoog En ga mijn ideaal bezingen, Dat als de rook vervloog. Aster.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1900 | | pagina 180