EENE HERINNERING.
^6\$e)to
de generaals K. G. Seelig en I. P. Delprat
voor de Koninklijke Militaire Academie gedaan
hebben zal het Cadettenkorpshetzij door het
lezen van daarop betrekking hebbende geschriften of
bij overlevering wel bekend wezen. Trouwens ook het
feit, dat de levensgroot geschilderde portretten van
die twee mannen de receptiezaal van het gebouw sieren
zal wel aanleiding geweest zijn, dat ieder Cadet die
deze zaal bezocht, er prijs op heeft gesteld te weten,
waarom juist deze twee opperofficieren die eereplaats
innemen.
Niet of minder bekend is het hoe de huldeblijken
ontstaan zijn, die eerst nu in de eerste helft van
de maand November jl. geplaatst zijn in den gevel
van hoekhuizen van den Seelig- en van den Delpratsingel.
Hoe meer jaren er verloopen, des te moeielijker zal
het worden om dit na te gaan en zoo zou het kunnen
gebeuren dat er een tijd kwamdat op de vraag naar
den oorsprong der nu gestelde medaillons, men het
antwoord schuldig zou moeten blijven.
Door vermelding van het onderstaande wenschen
wij dit te voorkomen.