u Hiermede zouden wij de op ons genomen taak als volbracht kunnen beschouwen, doch wij willen óók nog in herinnering brengen welke leden der in 1808 benoemde commissie nog tot de levenden belmoren en dan kunnen wij noemen: G. M. Verspijck, gepension- neerd Luit.-Generaal O.-I.-L.'; L. M. J. Glasius, gepen- sionneerd Majoor der Infanterie: J. M. van der Star, gepensionneerd Luit-GeneraalOud Chef van den Generalen Staf; P. E. Tegelberg, Oud Luit. ter Zee, Directeur der Koninklijke Stoomvaart-Maatschappij Nederland en E. F. G. A. Ilenckensgepensionneerd Generaal-Majoor. Het zal dezen heeren zeker groot genoegen doen, dat zij het nog hebben mogen ervaren datzij het dan ook laatgeheele uitvoering gegeven is aan het denkbeeld ruim 30 jaren geleden, in geestdrift, te berde gebracht. Het zal hen goed doen dat naast den roem van die beide groote mannen, een roem die steeds aan de Koninklijke Militaire Academie verbonden zal blijven een zichtbare hulde is gebracht. Een geslacht officieren, oud-cadetten, is op enkele uitzonderingen heengegaanlaat het nageslacht blijven eeren de nagedachtenis van de beide mannen die het Hooger Militair Onderwijs op een standpunt hebben gebracht, dat een ontzaglijken invloed op het gehalte van het Leger de circulaire zegt het te recht heeft uitgeoefend. C. A. KOOREVAAR, Oud-Kapitein der Infanterie. Breda, Nov. 1899,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1900 | | pagina 194