48
»Ik zeg het toch niet!"
«Gauw zeggen, ik was dol verliefd op je! Anders
laat ik het vallen, hoor!"
«Nee Henkie, toe nu, ik kom vol zand! En je
maakt mijn haar zoo in de war!
Dan moetje maar gehoorzaam zijn!
«Ach, akelige jongenNu dan, ik was dol
verliefd op je
«Aha! Goed zoo! Nu krijg je een zoen tot belooning."
Hij gooide 't zand weg, en wilde haar een zoen geven,
maar Flore stond vlug op, en holde weg, het duin af.
«Ik was toch niet verliefd op je! Tóch niet!"
Ilenk, luier, langzamer van beweging, liep haar
niet dadelijk na, verrast door haar vlugheid, en al
gauw was ze uit 't gezicht.
«Ik zal je krijgen, hoor!" riep hij nog. Maar Flore
was niet te vindenwaar hij ook zocht. Na een
minuut of tien overal gezocht te hebbenhoorde hij
haar op eens roepen: «Zoek je mij misschien?" En
daar stond ze heel kalm bramen te plukkenmidden
in een veld vol donzig-paarse bramen.
«Hé, ik wist niet dat je me zocht," zei Flore quasi
verwonderd, had maar even geroepen, ik sta hier al
een uur te plukken; en zijn er vreeselijk veel."
«Ik heb niet anders gedaan dan schreeuwen" ant
woordde Henk, terwijl hij naar een groote, donker
kleurige braam greep.
«Neen, die niet die is voor mij," zei Flore, en
plukte de braam af, juist toen Ilenk ze pakken wou.
Plagend hield ze de vrucht tusschen haar lippen
«zie maar dat je ze krijgt!"