53 En onder den invloed van het heerlijke weer en den opwekkenden velddienst keerden wij zingende huiswaarts. Met vluggen pas marcheerden wij de Boschstraat door en daar zagen wij twee dames staanin eene waarvan ik de moeder van Gollard herkende, die met de oogen haren zoon zocht. In het gebouw teruggekeerd, ging alles zijn ge wonen gang; wij maakten ons gereed voor het middag eten, gingen aan tafel, en daarna stroomde het naar de cantine, waar druk gegons en hard geschreeuw zich mengden met pianoklanken. Maar eensklaps verstomde alles; een gefluisterd ge rucht deed de ronde, dat ontsteltenis en ernst op aller trekken bracht. Onze kameraad zou gestorven zijn. En toen kort daarop zij terugkwamen, die bij hem gebleven waren van het oogenblik dat hij viel, werd het gerucht bevestigd. En ik ik kon het bijna niet gelooven, ik zag hem nog naast mij zitten, toen wij bij het begin van de oefening naar Oosterhout tramdenhijanders veelal stil, nu in-gelukkig, druk sprekende over zijne moeder, met wie hij den Zondag doorgebracht had en hij vertelde dat zij hem zou opwachten als wij naar de Academie terugkeerden. Den geheelen velddienst over zullen zijne gedachten nog wel bij haar geweest zijn en zoo is hij eensklaps gevallen dadelijk dood zonder eenig lijden gevallen, terwijl hij zijn plicht volbracht. Nog eens heb ik hem gezien, liggend op zijn doods-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1900 | | pagina 203