LIEFSTE. g^> iefstein het diepst der bosschen is een lomm'rig [oord Zachtjes ruischen er de hymnen van 't geblaarte [voort Gouden stralen rusten tintiend op fluweelbruin mos Reine kamperfoelies waaien zoet hun geuren los. Liefstemeenaar 't eenzaam woud Wijd voor min en zoeten kout. Gouden stralen rusten tintiend op fluweelbruin mos, Sierlijk wuiven er de varens in der zwoelte kus, Zachtjes ruischen er de hymnen van 't geblaarte voort, Vogels kweelen lieflijk, minziek, in het weeldrig oord. Liefste, mee naar 't eenzaam woud, Wijd voor min en zoeten kout.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1900 | | pagina 217