63
Zoo stroome in vrêe met onbluschbaren gloed
Der minne barning door ons gemoed."
Wij staarden mijmrend vol liefdeszoet,
Mijn hart doorbeefde een hemelsche gloed.
Steeds rolde voor ons het watergebruis
Eindigend murm'lend in schuimgeruisch.
Febr. 1895.