72
jaar noodig te hebben, 'tls dan ook wel kras, mijn
vergrijp; ik moet zeggen, dat ik vreeselijk gezondigd
heb! Die onnoozele zeven hoedjes, en die tien of elf
japonnetjes! Datje me die niet eens gnnt!
II. Ja, 'tis eigenlijk barbaarsch van me, hè'? (heeft
intusschen rustig doorgegeten) Gut 'tis nog niet
eens één japon per maand. Eigenlijk ben je veel te
bescheiden.
M. Dat ben ik ook. Mevrouw de Bruinvan
hiernaast, heeft veel meer kleeren. Je ziet dus dat
zoo iets veel meer voorkomt. En je kunt toch niet
vergen dat ik dulden moet, hoe dat mensch viermaal
per dag van toilet verwisselt, terwijl ik maar drie
keer een ander costuum kan aandoen!
II. Neen, dat is waar, dat gaat niet. 'tls alweer
een kwestie van record-slaan. Hoeveel japonnen zou
je dan wel in de maand willen hebben? (blijft steeds
ironisch-kalm.)
M. Je bent een ezel.
II. Dankje wel. En wat ben ik, als ik je een
garderobe geef a la mevrouw de Bruin?
M. (doorsprekend) Je begrijpt er bovendien niets
van volgens welk systeem wij onze japonnen dragen.
We kunnen toch niet de heele maand met een zelfde
costuum loopen, ochtend en avond? We hebben
minstens noodig: een peignoir, een wandeltoilet, een
ontvangjapon, een visitejapon, een soiréecostuumeen
sortie, een regenmantel, vijf of zes blouses, een paar
capes, een baljapon, een,.