78
II. (Die voortdurend met zijn voeten gemanoeuvreerd
heeftstaat open loopt achter de tafel om).
F. Kerel, wat loop je zacht. Heb je zolen van
caoutchouc? Die zal ik me ook aanschaffen. Emma
klaagt altijd dat ik zoo zwaar loop.
E. Ja, en dat is zoo hinderlijk voor mijn migraine.
H. Ja e dat is caoutchouc. Heel prac-
tisch 't Loopt zoo zacht. En zoo warm is 't.
F. Laat eens zien die dingen! Waar koop je ze?
Zoo iets moet ik ook hebben.
E. (Die omgekeken heeft). Maar hij loopt op zijn
sokken
F. Grappenmaker! Ja, dan kun je wel zacht
loopen
II. Jaje moet me niet kwalijk nemen ik
ik had wat pijn aan mijn voeten vandaag
E. (Ironisch) en daarom heb je maar geen
schoenen aangetrokkenNuik kan 't me best be
grijpen. Vrijheid, blijheid, hoor!
II. Ja, en ne mijn vrouw ziet me zoo
graag zooweet je
E. (Ter zijde). Een merkwaardig huishouden! Ze
zien elkaar geloof ik liefstals ze half gekleed zijn.
II. Maar ik zal mijn pantoffels aantrekken. (Ter
zijde). Ach hemel, ik verpraat me: die zitten in de
schrijftafel