84 E. En draagt jou vrouw ook meer dan een japon per dag? J. Natuurlijk, juffrouw. Ze kan toch d'r voorschoot en d'r werkjak niet aanhouden! Dat wou ik juist vertellen daareven. Ziet u, als ik nou uit ben 'savonds, dan wascht zij de vaten, en leit de kinderen te slapen, en zet mijn makkelijken stoel klaar, en mijn pijp, en mijn krant en als ik dan thuis kom, dan zit ze me op te wachten in d'r mooie, heldere, gebloemde jak. En dan is ze nog wat '11 frisch, kant wijf, juffrouw. Je zou d'r in bijten, meneer. Ja, daar lacht u nou om, maar zoo moet 't ook, weet u. Ik kan nou die dingen beter voelen als dat ik ze onder woorden breng, maar ik zeg altijd maar: Onze Lieve Heer heelt de vrouw geschapen om den man te be hagen en omdat het slecht is als een mensch alleen blijft. En daarnaar moet een vrouw zich ook ge dragen. Elke getrouwde vrouw moet 'n beetje koket zijn tegen haar mannet zoo goed als vóór d'r trouwen. Dan blijven ze altijd gelukkig met elkaar. En daarvoor kunnen ze zelf zorgen. De vrouw moet den man nu en dan eens het huis uit sturendan kan-ie frissche lucht happenen krijgt niet genoeg van z'n vrouw. En de man moet zorgen, dat de vrouw genoeg centen heeft om '11 fijn gebloemd jak te koopendan ziet hij haar telkens weer met appetijt terug als hij thuis komt. Ik zeg maar: ieder het zijne. M. Enen heb jullie nooit eens gekibbeld, Jan J. De hand op mijn hart, mevrouw nooit. We zijn 25 jaar getrouwd, met God en met eere, maar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1900 | | pagina 240