EEN BEELD
an de voeten van een grijsaard
Speelt een jongske, klein en teer.
Met liefdevolle blikken
Kijkt Groot va, op hem neer.
Glimlachend volgt deze
Het spel van 't aardig kind
Zijn lieveling, zijn alles,
Zoo teer door hem bemind,
Het kind van zijne dochter,
Die hij door den dood verloren had.
't Is het een'ge zonnestraaltje
Op zijn eenzaam levenspad.
»Kom jongen!", zegt de grijsaard
«Bouw nu een echt kasteel
«Met torens en met wallen,
«Met grachten en kanteel!"
En juichend roept het knaapje:
«Hooger, nog hooger op,
«0, Grootva, als het klaar is
«Zet ik de vlag in top!"