92 Op een warmen middag, eenige dagen later, zaten de beide dames de comtesse heette Marie en de blondine, haar zuster, Louise aan het strand, elk in een badstoel. Nadat zij het er spoedig over eens waren gewordendat de uitvinding der badstoelen de meest grootsche was, en zij zaten te genieten van de schoonheid van de zee,'die met,hare kabbelende golfjes hare welbeschoeide voetjes nu en dan trachtte te kussenaan welke poging de bezitsters van die voetjes door een vlugge beweging wisten te ontkomenzeide Louise eensklaps »Zeg Marie, daar zijn die twee heeren, die ons «altijd nog al durven opnemen, ze zien er wel aardig «uit; ik veronderstel dat het studenten zijn." (Deze woorden werden natuurlijk in het Fransch gezegdmaar gemakshalve laten we het geheele gesprek in het Hollandsch volgen). De beide studenten haddenook het nut van de bad stoelen inziende, plaats genomen in de nabijheid van de beide Francaises. «Als je er op staat kennis met ze te maken, Louise, «zie ik wel kans om ze op een dood-onschuldige manier «hierheen te krijgen," zeide de comtesse. Deze hield haar licht zomerhoedje, dat zij had af gezet omdat zij in den grooten stoel toch geen last van de zonnestralen had, heel losjes in de hand, zoodat een licht briesje het zeker over een afstand van eenige passen zou meenemen. En werkelijk, het gedienstige briesje kwam en nam het lieve hoedje mee tot dicht bij de stoelen van de beide jongelui. Van Zanten was uit de loome houding, die zij onder den

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1900 | | pagina 248