90
Ook bij liet achterste paaral verkeerden zij niet
in zulk een opgewonden stemming, werd op ernstigen
toon gesproken. Van Zanten vertelde van zijn bedrogen
liefde en met trillende stem had zij hem beklaagd; hij
had haar arm vaster tegen den zijne voelen aandrukken.
Het afscheid bij beide paren was stil-teeder; Johan en
Louise wisselden nog een blik van verstandhouding
en de beide heeren zochten na nog eenigen tijd buiten
gemijmerd te hebben, hunne kamers op.
Den volgenden morgen na een klein uur gewacht te
hebbenontmoette' de vrijwel ongeduldig geworden
Johan den portier en vroeg hem op ongerusten toon
naar de familie Méron. «Gevlogen, de oplichters," zei
de portier op nijdigen toon, »en zonder een cent be
taald te hebbenvan nacht moeten in alle stilte de
koffers zijn weggehaald. Bent u soms van plan de
kosten van kamerhuur en diners te betalen?" Zonder
een woord te zeggenbleek van schrik en totaal ont
nuchterd, verwijderde Johan zich. Bedrogen door die
lieve, onschuldige blondine, het was om zich dood te
ergeren. Wat een intrigante! Hij durfde het eerst
bijna niet te bekennen aan zijn vriend, dien hij zoo
geheel buiten zijn vertrouwen had gelaten. Eindelijk
op schuchteren toon als een schooljongendie zijn les
niet kent, vertelde hij hem de geheele toedracht en
voor welk bedrag hij er in gevlogen was. Van
Zanten nam het eerst vrij ernstig op, maar zich be
denkende, dat hij zelf ook bijna een dwaasheid had
begaanmoest hij de zaak eigenlijk maar als een klucht
opnemen.