BARDENZANG.
ij eenzame zwerver, kunt gij verstaan
De taal van het woud om u heen?
't Zijn de nornen, weemoedig herhalend een
Uit de dagen van 't grijze verleen.
Eens was hier der Barden geliefkoosd verblijf,
Nog trilt hier hun zang door het hout
En hun lied was des levens mysterie gewijd
Eeuwig jong dusen toch reeds zoo oud
Gij menschenkindeens zult ge komen hierheen
Schoon ge thans in den doodslaap nog rust
Naar hier voert u 't lotdat u opving daar ginds
Aan de verre, nev'lige kust.
Al sluimerend wordt ge steeds voortgestuwd
Naar het gastvrije strand, dat u wacht
En waarheennaar der Goden raadsbesluit
Door het noodlotgij wordt gebracht.
Een Talisman geven de Goden u mee,
Om te lenigen 's levens nood
En omgorden u met de wapenen
Om te strijden er mee tot den dood.
[lied