107
schreeuw eerst aanzette, nadat een trein in tegen
gestelde richting ons voorbij was gesnord.
Nog enkele oogenblikken oponthoud te Nijmegen,
nuttig gebruikt door eenige aardige buffetjuffertjes hun
broodjes en bier af te koopen, onder het tappen van
de noodige moppen natuurlijk eene kleine halt ,te
Arnhem en de trein stopte te Zutphen om zijn
vracht te lossen.
Hierevenals op de andere stationsdrukte en leven
door de vele extratreinen die van alle zijden infanterie,
cavalerie en artillerie naar het manoeuvre-terrein
voerden. En zij, die morgen en volgende dagen met
heldenmoed en ware doodsverachting elkaar in nage
bootste gevechten afbreuk zouden doen, dronken nu,
in allen vrede, samen nog een biertje aan de op het
stationsemplacement opgerichte tapplaatsen.
Een ritje van eenl'/j uur door de mooie Geldersche
dreventhans in herfsttintenvormde een aangename
afwisseling, na een lange reis in volgepropte wagens.
Op dezen marsch bleek mijuit de opmerkingendat
velen niet ongevoelig zijn voor den indruk, die natuur
schoon op den mensch maakt; iets wat men bij opper
vlakkige kennismaking niet achter den, zich dikwijls
ruw en onverschillig voordoenden huzaar, zou zoeken.
Ten drie uur ongeveer bereikte het eskadron het
eindpunt Apeldoorn. Nog een twintigtal minuten onder
veel bekijks door het aan mooie lanen zoo rijke dorp
gereden en we hielden aan het einde der «Loolaan,"
welk punt tot verzamelplaats was uitgekozenhalt en
stegen af, waarop de inkwartieringsbiljetten en noodige
bevelen werden verstrekt en de troep uiteenging.
Minder aangenaam was de ervaring van minstens