Ill Tot dessert werd een gezellige «boom" opgezet met den boer, die inmiddels los kwam en van zijn diensttijd bij de «Rijers" vertelde. Hij was namelijk een 20 jaar geledenmilicien bij de Rijdende Artillerie geweest en verzekerde ons best te wetenwat een militair toekwamhiermede kennelijk doelend op den borrel. Hij heeft echter door dezen niet eene onvoldoende verpleging trachten goed te makenzooals ook wel gebeurt, doch het ons, zoover in zijn vermogen lag, aan niets laten ontbreken. Besloten werd na afloop van den maaltijdalvorens verdere plannen te makeneen siësta te houden en het heerlijke weder veroorloofde een hooiopper hiertoe uit te kiezen. De frissche geuren van het pas gewonnen groen verhoogden het aantrekkelijke van de welver diende rust. Met het ter kimme dalen van de zon begon het stevig te dauwen en de, nu vrij plotseling afkoelende, atmosfeer ontrukte ons aan Morpheus armen. Opgekwikt door het dutje, werd overeengekomen den verderen avond in de kom van Apeldoorn te gaan doorbrengeneens poolshoogte te nemen waar de kameraden waren aangelanden hoe ze het met hunne kwartieren hadden getroffen. Een toevallig voorbijkomende leege wagen werd aangehouden en de koetsier, die ook dorpwaarts ging, was zoo welwillend een plaatsje daarin af te staan tegen een «wippertje", hem in het vooruitzicht gesteld. Onderweg werden nog verschillende luidjes van het eskadron opgepikt en weldra waren we met een ge noeglijken luidruchtigen troepzoo onderofficieren als minderente zamen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1900 | | pagina 267