Ill
Tot dessert werd een gezellige «boom" opgezet met
den boer, die inmiddels los kwam en van zijn diensttijd
bij de «Rijers" vertelde. Hij was namelijk een 20
jaar geledenmilicien bij de Rijdende Artillerie geweest
en verzekerde ons best te wetenwat een militair
toekwamhiermede kennelijk doelend op den borrel.
Hij heeft echter door dezen niet eene onvoldoende
verpleging trachten goed te makenzooals ook wel
gebeurt, doch het ons, zoover in zijn vermogen lag,
aan niets laten ontbreken.
Besloten werd na afloop van den maaltijdalvorens
verdere plannen te makeneen siësta te houden en
het heerlijke weder veroorloofde een hooiopper hiertoe
uit te kiezen. De frissche geuren van het pas gewonnen
groen verhoogden het aantrekkelijke van de welver
diende rust. Met het ter kimme dalen van de zon
begon het stevig te dauwen en de, nu vrij plotseling
afkoelende, atmosfeer ontrukte ons aan Morpheus armen.
Opgekwikt door het dutje, werd overeengekomen den
verderen avond in de kom van Apeldoorn te gaan
doorbrengeneens poolshoogte te nemen waar de
kameraden waren aangelanden hoe ze het met hunne
kwartieren hadden getroffen.
Een toevallig voorbijkomende leege wagen werd
aangehouden en de koetsier, die ook dorpwaarts ging,
was zoo welwillend een plaatsje daarin af te staan
tegen een «wippertje", hem in het vooruitzicht gesteld.
Onderweg werden nog verschillende luidjes van het
eskadron opgepikt en weldra waren we met een ge
noeglijken luidruchtigen troepzoo onderofficieren als
minderente zamen.