114 In de ouderwetsche haard brandde een lustig vuur, waarboven aan een ketting een pot hing, zooals dat vroeger gebruikelijk was en nu nog slechts hier en daar op het platte land wordt aangetroffen. De dam pende inhoud, bestaande uit rijstepap, liet zich best gebruiken. Onze oogleden begonnen geweldig zwaar te worden en zoo spoedig mogelijk werd dan ook van tafel op gestaan. Bijgelicht door den boer, bezochten we eerst de deelom te zien of de paarden rustig warenop stroo uitgestrekt lagen onze oppassers in vasten slaap. Nadat wij alles in orde hadden bevonden, leidde hij ons naar een vertrekanders aan een commensaal verhuurd, doch thans onbewoond en tot slaapvertrek ingericht. Een paar hossen stroolangs de korte zijde uitgeschud, vormden meteen deken, het bed, waarop we met ons drieën bijna onmiddellijk in een diepen slaap gedompeld, kracht verzamelden voor den volgenden dag. Het was nog pik donker toen ik wakker werdniet enkel van de koude daar ik bloot lag, doch ook door trompetgeluiden die ik meende te hooren. Nadat ik mijn oogen eens had uitgewreven en tot de ontdekking was gekomendat ik niet droomde, hoorde ik duidelijk reveille door de stilte van den nacht weerschallenge accompagneerd door hondengeblaf. Volgens gedaan verzoek zou een in de buurt ingekwartierd trompetter dit signaal op het afgesproken uur herhaalde malen blazen, opdat niemand zich zou verslapen. De lantaarn te ontstekendie naast mij stondwas het werk van een oogenblik. Daar lagen de twee nog rustig te maffen; mijn academiegenoot die in het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1900 | | pagina 270