13
't graf uitgesproken, treffende woorden, die zoo juist
de gedachten van elk vereerder van den grooten doode
uitdrukten.
»De regeering stelt er prijs op, een laatste hulde
te brengen aan het graf van dezen grooten Vader
lander.
Het leven van generaal Van der Heijden is een
stuk geschiedenis van Nederland en Nederlandsch-
Indië; ja meer, met hem wordt ten grave gedragen
een stuk van Nederlandsch-Indië zelf.
Hij werd toch geboren in die zonnige streken
en, schoon hij in zijn prille jeugd zijn eerste
opleiding in 't moederland ontving, had hij zijne
ontwikkeling als jongeling en man geheel in Indië.
Daar wist hij rang op rang tot den hoogsten
toe in het leger te veroveren; daar dwongen veertig
jaar lang zijn heldenmoed, zijn beleid, zijn zelf
opofferende trouw, eerbied en ontzag af bij vriend
en bij vijand, zoodat zijn naam er blijft voortleven
op de lippen van den soldaat en in de zangen van
den uitlander.
En tot het laatst, ook hier, bleef hij voor Indië
leven, met zijne Indische invaliden.
Wat hij ginds heeft gewrocht; hoe het door hem
gegeven voorbeeld daar nu nog nawerkt; hoe hij
door vorst en door volk is geëerd, zal ik hier niet
uiteenzetten; het is u bekend en de eenvoud van
dezen man heeft gewild, dat bij zijn graf niet veel
zou worden gezegd.
Maar waar ik op wijzen wil, is dit: deze groote
krijgsman beschouwde den krijg niet als doel, maar
als middel om rust en welvaart te brengen aan de
volkeren van Indië.
De wonden, die hij moest slaan, wilde hij zelf
heelendaarvan getuigt zijn werk als controleur op
Borneo, als gouverneur van Atjeh. In zijn Nota