20
Mil. Academie, de immortellenkrans aan het
Koninklijk Instituut voor de Marine te Willems
oord (1). De Koning vertrouwt dat, daar be
waard, de kransen zullen strekken om bij jeugdige
krijgslieden de herinnering levendig te houden aan
hendie door moed en plichtsbesef uitblonken en
de eer van de vlag door onkreukbare trouw wisten
te handhaven, waardoor oen schoone bladzijde aan
de geschiedenis van ons vaderland kan worden
toegevoegd.
(1) De lauwerkrans is den 14. Oct. daaraanvolgende door het
korps cadetten in tegenwoordigheid van het gansche personeel der
militaire en burgerlijke beambten aan de Academie, in ontvangst
genomen. Bij deze gelegenheid hield de waarn. Gouverneur, Majoor
van der Star, een warme toespraak, waarin hij op de bedoeling
wees, welke de Koning met het aanbieden van dit geschenk had
eene bedoeling, ongetwijfeld door ieder hoogelijk gewaardeerd. Hij
herinnerde voorts aan de dagen van November en December 1832
en aan de dappere verdedigers der Citadel, wier namen hij niet
allen kon vermeldendoch van welken hij sommige niet met stil
zwijgen kon voorbijgaan. Dit was het geval met den toenmaligcn
Majoor See lig, tijdens de belegering commandant der artillerie,
en die later gedurende zoovele jaren aan het hoofd der Academie
geplaatst, zooveel had toegebracht tot den bloei dier inrichting, en
ook met de bij de verdediging gesneuvelde militairenwier gebeente
onlangs naar Ginneken was overgebrachten aan wier nagedachtenis
de spreker een erkentelijke hulde bracht. Na de jongelieden op het
door dezen gegeven voorbeeld van dapperheid en zelfopoffering
gewezen en hen krachtig aangespoord te hebben om dit natevolgen
en al de plichten te betrachten, aan den krijgsstand verbonden,
eindigde Majoor van der Star met tot alle aanwezigen de uit-
noodiging te richten om hun ingenomenheid met het ontvangen
geschenk uittedrukken door het aanheffen van den kreet: ïLeve
de Koning!" Aan die uitnoodiging werd tot driemalen toe met
groote geestdrift voldaan.
De met het lint der Citadel-Medaille omstrengelde krans, gezet
in een fraaie lijst en van een opschrift voorzien, prijkt sedert 1811
in de uitspanningszaal der cadetten tusschen de portretten der Ne-
derlandsche heldenwelke die zaal versieren.