24 hem, die nauwelijks de kinderjaren ontwassen, te Cuidad-Rodrigo (1) voorop de bres beklom dat van Uwen onvergetelijken vader, Sire, dat, waarmee bij de zege bezegelde van Quatre-Bras. »En nu, Sire, met dat denkbeeld, voor ons ver wezenlijkt, zijt Gij voorgegaan. Gelijk vroeger zoo vaak, hebt Gij ons aller hart geroerd. Het welzijn der krijgsmacht lag U steeds na. Gij wilt geen geschikte gelegenheid verzuimen voor de verbetering en de veredeling van die macht. Yan dat koninklijke streven hangt haar geest, haar welzijn af. »Gij kent het leger, Sire; Gij hebt er bij gediend. Zeker een der schoonste voorrechten van de Kroon is dat der afscheiding van de volkskracht ter handhaving van orde in vrijheid en van onaf hankelijkheid scheiding, die door eiken schok aan omvang en gehalte wint. »Wie eer dan Gij, Sire, die het oppergezag hebt over de zee- en landmacht, de eerste vertegen woordiger van een geslacht zoo rijk aan leven voor het vaderland gelaten, kon voorgaan in de ver eering van hen, die voor die edelste zaak gevallen zijn Gewis niemand. »Boven het dekstuk prijken de twee vlaggen, die ons in 't beleg beschermden. De groote stond op een kat des achterwals aan de zijde van den stroom zeer hoog de kleine op de kazemat van Chassé. Ze werden gered door zijn adjudant, de Boer. Nu vermeld ik ze roemvol; maar, oud en gehavend als ze zijn, verdienen ze wis een kruis. »Aan den ingang wappert België's driekleur naast onze vlag, ten teeken van vriendschap, eene vriend- (1) Cuidad-Rodrigo in Spanje werd in Januari 1812 door de Franschen verdedigd tegen de Engelschen. Prins Willem van Oranje later Koning Willem II diende toen in het Engelsche leger als kolonel en adjudant van Wellington. De Prins was toen 20 jaar oud.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 180