33 hem was, eeuwig voort. Van den vorm des Helden wordt een deel, door Koopman's moed, beleid en trouw herwonnen, te Amsterdam, zijn stad, in de Nieuwe Kerk bewaard. »Lewe, Maas en Klinkhamer (1) de jeug dige, de schrandere Klinkhamer, die het jammer- lijkst leed met geduld verdroeg, zij rusten in Vlissingen onder de hoede van de Ruyter. »Van de minderen vindt men in de oorkonden slechts nu en dan een bij naam vermeld, die zich in zijn laatste levensuur kon onderscheiden. Maar te sterven voor het vaderland is onderscheiding genoeg. Allen, die zoo stierven, zijn door die platen (2) aan volgende geslachten ten voorbeeld gesteld. »Toch wil ik kortelijk wijzen op den flankeur Lensing. Reeds lid der Militaire Willemsorde, werd hij bij den uitval van 2 December, aan de loopgraaf voor Kiel doodelijk getroffen. Zijn vriend, de korporaal Car a b ai n, schoon niet bij den uit val haalde hem met levensgevaar van de plaats waar hij lag te bloeden, en bracht hem op zijn rug naar het hospitaal in 't kasteel. Nog mag ik ge wagen van hendie zoo krachtig bijdroegen tot het succes van andere uitvallenbij voorbeeld dien van 10 December, welke ons Morre en Nantzing kostte, en Camerlingh de 3de klasse bracht. »Van 't gedrag der minderen van de bezetting, blijkt treffend aan de decoratiën. Van de drie en twintig, die op 12 December, als op het slagveld, (1) De Schout-bij-Nacht Lr we van Aduard sneuvelde 12 Dec. 1832 op de Schelde beneden Antwerpen. De Luits. t/z 2de kl. Maas en Klinkhamer sneuvelden bij het bombardement van Antwerpen 27 Nov. 1830. (2) Op de wanden van het monument zijn steenen platen aan gebracht, waarin met gulden letteren de namen en rangen gegrift zijn van alle gevallenen. 3

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 189