34 door den opperbevelhebber tot leden van de Willems orde werden benoemd, waren veertien minderen, 3 sergeanten, 3 korporaals en 8 manschappen. De zeemacht verloor het meest vóór 1832, vooral in October 1830 in dén strijd met de keel der stad, de landmacht door 't beleg. Wegens dien strijd, werden, ook als op het slagveld, 25 eereteekens toegekend ook het Kruis, dat het weeskind droeg bij 't schrijven van zijn laatsten wil waarvan 5 aan minderen. Daarbij komt, dat op 5 Februari, bij 't springen van boot 2, van de bemanning slechts drie ontkwamen. De zeemacht handhaafde haren ouden roemvooral voor Antwerpen en onder Koopman, en op den neder-stroom onder Lewe, die op zijn bovendek gedood werd. »Op hen die in de verdediging de hoofdrollen vervulden, wees ik in 1871. Bij het toen gesprokene heb ik slechts enkele woorden te voegen. Van die chefs leefde alleen nog Rodi(l), want von Quadt(2), dien ik ten onrechte vergat te noemen, was niet meer. Sints heeft ook Rodi ons verlaten. Ilij, die me hielp toen ik gewond werd, stierf kort na de plechtigheid van 1871 in den Haag, zijn woon plaats sinds lang. Oude vriend, aan uwe bekwame vaste hand had ik veel te danken. »Seelig, de Boer en van Deventer rusten op dit kerkhof. Favauge commandeerde de In fanterie der bezetting met eer, en nu mag ik mijn ouden chef, van der Wij ck, roemen om zijn moed, beleid en onvermoeide werkzaamheid. De hulde van het hart, toen gebracht aan twee van die mannen wil ik herinneren: »Koopman," zei ik, was een onversaagd zeeman, gul en gastvrij in hooge mate," (1) Chirurgijn-majoor. (2) Kolonel der Infanteiie.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 190