59 leiding en nog iets later werd de stand 3—1 in ons voordeel. Na alïoop van den wedstrijd werd ons de Beker overhandigd, Gelukwensclien stroomden van alle kanten toe. De ontvangst te Breda was schitterend en toonde dat niet alleen het Cadettenkorps belang in de vereeniging stelde, maar ook de burgerij. 8 April weder een oefenspel, nu tegen N. O.A.D., dat met 71 verloor. Was de Beker reeds in onze handen het kampioen schap van het Zuiden wachtte. Reeds waren wij kampioen van onze afdeeling, en nog 2 wedstrijden moesten gespeeld en gewonnen worden. Dit geschiedde ook, al was het niet fraai. N.O.A.D., onze tegen stander voor het kampioenschapverloor de wedstrijden met 20 en 21. Hiermede was het voetbal-seizoen afgeloopen en zou ik mijn verslag kunnen eindigen. Evenwel heb ik nog eenige zaken te vermelden. Maakten wij een kranig figuur in de competities, ook uit een administratief oogpunt was het seizoen gunstig te noemen. Het aantal leden klom van 46 tot ruim 200en hiermede vermeerderden ook onze inkomsten. Het cadettenkorps teekende op inteeken- lijsten tot een bedrag van f 100, hetwelk evenwel niet geheel geïnd werd. Dit pleit dus wel voor de sympathie, welke het korps voor de vereeniging gevoelde. Door het bedanken van Gekïti van Wijk als Secretaris, werd het bestuur eenigszins anders samengesteld. Van Holst Pellekaan werd secretaris, terwijl het commissariaat nu door Agerbeek en Van Staden ten Brink werd waargenomen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 215