REVEILLE. 't Is nacht. De slaapzaal ligt In diepe rust gedompeld; Slechts nu en dan hoort men een stem, Die zachtkens droomend mompelt. Het gansche korps ligt nog in slaap, Door Morpheus zacht daarin gesust, En smaakt, o vreugdevol genot, Een welverdiende, korte rust. Daar gloort de morgen door 't gordijn, De klok slaat dof vijf uur, En elk cadetdie 't luiden hoort Zucht: »Ach, nog maar een uur."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 220