SKgen lieflijke avondkoelte,
t) Doet in het stille woud,
De blaadjes van de boomen
Zacht ritselen tegen 't hout.
Diep, ernstig, is de stilte,
Door geen geluid gestoord.
Daar, plotseling, klinkt een angstkreet
Een vogel wordt vermoord.
Wil aan dit beeld U spiegelen,
In vóór en tegenspoed.
Gevaar kan U soms dreigen,
Als gij het 't minst vermoedt.
D. W.
Utrecht, 25 September 1900.