Och juffrouw, praat Uwee ine der niet van, daar
heb ik me een sjène mee beleefd, en die man van me
is toch anders zoo'n kalleme jonge, een mens zou
zoo zegge: 'n goed kalf, der zit geen haar kwaad bij.
Ik was dan gisteremiddag met de kindcre na de
Artis geweest, want al hebbe ze nou de kerremis
afgeschafteen mens wil tog wel es uitgaanzooas de
rijkelui. Ik had Betje, de ouste van me zuster uit de
Egelantierstraat, je weet wel, daar hove die komenij-
baas, waar je zoo goedkoope boter kan krijge nou
je ken ze van mij kedo krijge, as dat boter is, dan
eet ik liever in 't vervolg kaarsvet, dan weet je ten-
■O"00§§00»