79 willekeurig veel zachter. Aan den vergoelijkenden toon, waarop ik sprak, dacht ze, dat ik mij bedacht had en «Neen, nu krijg je ze niet meer," lachte ze ten antwoord, en ze reikte er mij goedig twee tegelijk toe. Ik was wanhopig, greep naar de lekkernij en werkte ze achter mijne kiezen. Nicht keek voldaan, zei het wel gedacht te hebbenen verviel toen in een stilzwijgen dat ik eerst dacht een gevolg te zijn van den uitroep van een' weesjongen tegen zijn' kameraad: «Die is ook uit!" hetgeen blijkbaar op mij sloeg, maar dat later bleek vermoeidheid te zijn, want zoowaar nicht was ingedut. Ik keek eens naar haar en besloot haar te laten slapenal kwam dat besluit voort uit zuiver egoïsme. Jk schoof een eindje van nicht af en verlustigde mij in 't luisteren naar de opmerkingen die de voorbijgangers maakten. «Kijk die 'm ereis beet hebben!" zei eene burger juffrouw. »0ch hemel, die dame ligt flauw!" riep eene jonge dame. «Heb je Eau de Cologne bij jezus?" vervolgde ze tegen een meisje, dat naast haar liep. Ik sprong opom ze van 't onzalige ideenicht bij te brengen af te brengen. Er was een heel oploopje om nicht gekomen en het lawaaidat de menschen maaktengevoegd bij de golving, die mijn opspringen veroorzaakte inhetbank- kussendeed nicht ontwaken. Toen ze al die menschen zag en begreep, wat er gebeurd was, ontstak ze in woede op mij en met de mededeeling, dat ze 't schande vond, verliet ze de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 235