90
danst en toen hij Freddy met haar moeder naar het
rijtuig vergezelde, had ze hem gezegd: »Nu, Louis,
met jou hoop ik nog dikwijls te dansen; je walst ver
rukkelijk" en met een lach om de fijne lipjes was ze
in het rijtuig gesprongen. Hij met een blos van vreugde
op het gelaat, had de kleine handjes gedrukt, terwijl
hij haar met zijne groote, eerlijke oogen had aangezien.
En mevrouw had zeer vriendelijk gelachen en hem
uitgenoodigd »eens gauw aan te komen." Daarna rolde
het rijtuig weg; hij volgde het met zijne gedachten,
zoolang hij het nog hoorde. Toen keerde hij terug
in de zaal, het hoofd vol illusies.
Het was eenigen tijd na dezen avond, dat we hem
terugvinden in het salon van mevrouw S aan
wie hij beloofd had eens gauw te zullen komen. Er
heerschte een droevige stemming. Den morgen na het
bal gevoelde Freddy zich niet wel; zij had keelpijn
gekregen en kuchte ook erg. Men had om den dokter
willen sturenmaar zij wilde er niets van weten en
wist haar moeder met eene gedwongen opgeruimdheid
te overtuigendat het niets was. Maar het hoesten
ging niet over en de oude dame zag haar dikwijls
ongerust en ernstig aan alsof ze wat vreesde, waarvoor
ze niet durfde uitkomen. En Louis vreesde hetzelfde
toen hij haar terugzag in het salon. Zij zat tegenover
hemmaar heel anders dan op het bal scheen ze hem
toe. Ze was kalmer, hare bewegingen waren ge
dwongen de blos op hare wangen was veranderd in
een matbleeke tinttelkens als ze weer in een hoestbui
uitbrakkeek mevrouw haar angstig aan en Louis
verzocht haar dringend zich toch in acht te nemen.