103 Dien avond had hij haar thuis gebracht in een der afgelegen stratenonderweg sprekend over allerlei maar zoo slim wist hij 't toch wel aan te leggendat ze vertelde iederen avondmaar dan meestal met vriendinnen de Javastraat door te komen. 't Was vreemd, maar dien heelen volgenden dag bleef haar figuurtje hem bijvoortdurend klonk hem haar melodieuze stem in de ooren en de avond vond hem, wandelend in de Javastraat, zichzelf waanzinnig scheldend dat hij zich voor een mooi figuurtje en een aardig stemmetje zoo aanstelde. Lang duurde dat gevoel echter niet, want in de verte zag hij haar weldra met een paar vriendinnen naderen. Deze echter sloegen spoedig rechts af en nu wist hij haar tegemoet te komen en liep mee op. Eerst was ze zeer gereserveerd geweest, koel, uit de hoogte zelfs, maar langzamerhand hem begrijpend, was haar terughoudendheid geweken en babbelde ze evenals den vorigen avond, stond hem zelfs toe hunne ontmoetingen te herhalen. Zoo was 't langzamerhand gekomen en ontstond er tusschen hen een gezellige vertrouwelijkheid. Zij hem vertellend van al haar kleine onaangenaamheden op 't atelier, van de boeken die ze las en meermalen dis cussieerden ze lang en breed over een aan beiden bekenden romanheld. 't Duurde lang, eer hij wist, wie of wat ze was. Och 't was de gewone geschiedenis, vader gestorven zonder iets achter te laten, zoodat ze wel genoodzaakt was geweest zelf de handen uit de mouw te steken om moeder 't leven wat lichter te maken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 259