105 En dan, was 't wel liefde? Was 't niet eerder van hem een gevoel van medelijden met haar, de maatschappelijk zwakkere. Zij kenden elkaar nog zoo kort, en liefde, 't hoogste wat is, was dat wel tusschen hen? Was 't geen behoefte van hem, iemand te hebben, die hij kon koesteren en steunen? Ze sprak tot hem als tot een kind, verzachtend 't wreede van haar zeggen door zoete woordjes en hij luisterde stil al dien tijdhoorend alles alsof 't hem niet aanging, totdat 't hem te machtig werd en plotseling uitvallend, verweet hij haar in zijn wanhoop, dat ze nooit van hem gehouden had als ze niet geloofde in zijn liefde, als ze nu heenging, ongevoelig in zijn smart voor hare opoffering. Toen ook was haar fierheid bijna gebrokentoen had ze hem bijna gevraagd, of hij dan niet voelde haar opoffering, dat zij juist wegging uit liefde voor hem, den eenigenwaarmede ze spreken kon over andere dan alledaagsche dingen, of ze dan vrijwillig ging zoeken een nieuw leven in den vreemde? Maar ze zweeg, niet willend zwaarder hem nog maken de scheiding, sterker zich voelende dan hij Nog eenmaal spraken ze elkander en deed ze hem beloven niet te schrijven, want ze voelde haar kracht wegzinken als ze dacht aan haar toekomst, die ze opofferde voor de zijne. Nu in dit oogenblik hield 't plichtsgevoel, dat haar dwong tot dat offer, haar nog staande, maar later, indien hij aanhield

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 261