109
Waarop een oude juffrouw
Vraagt: «Roept U als^ U kan,
Ik zou hem graag eens weerzien
Mijn overleden man."
Mijn vriend zal liet probeeren
Men draait de lichten neer
Elk luistert nu aandachtig;
Men hoort geen zuchtje meer.
En ieder is vol spanning,
Vergeet zijn wijn geheel.
Elk rijst 't haar ten berge
Het hart klopt in de keel.
Juist ging een vlugge dienknecht,
Met allerhand' gedoe
Alsflesschen borden glazen
Fluks naar de keuken toe.
Maar, op den drempel struik'lend,
Laat plots die vlugge baas
Den heelen rommel vallen
Met ijs'lijk veel geraas.
Thans roept de oude juffrouw,
Nu heelemaal van de kook
«0 God, daar komt mijn inan al,
En alweer dronken ook."
D. U. N.