DUINZANG.
an der blanke duinen voet
'Wilde ik gaarne rusten,
Waar de zee liet land ontmoet,
Golven beroeren de kusten.
Daar zou ik rusten in kalmte en vreê;
De golven zouden er zingen,
De winden fluisterden zaclitkens meê
Van vele heerlijke dingen.
Ze zouden zingen van levenslust,
Van hopen, van beminnen;
Ze zouden in mijn eew'ge rust,
Steeds streelen mijne zinnen.
Ze zouden ook zingen van 't verdriet,
De wanhoop en de smart.
Toen zij mij plotseling verliet
En neerdaald' in der aarde zwart.
SOfr*