119 binnen te komen. Haar man kwam mij bij mijn binnen treden tegemoet en hoewel de ontvangst nu juist niet zoo allerhartelijkst was, wat tegenover een vreemde geen verwondering behoefde te wekken, zoo kon ik mij daar toch niet over beklagen. Al spoedig verzocht mijn gastvrouw mij aan tafel te komen, nadat ik mij eens terdege had opgefrischt. Als ik meedeel dat ik sinds 6 uur 's morgens bijna niets gegeten had en het nu vier uur was, behoef ik u niet te zeggen, dat mij de werkelijk goede maaltijd uitstekend smaakte. Na het eten bleven wij nog eenigen tijd doorpraten en we waren reeds beste maatjes, toen mijn vrienden mij een uurtje later kwamen afhalen om eens nader kennis te maken met onze tijdelijke woonplaats. Trouwens, het was voor de geheele bevolking van het dorp een aangename afwisseling in de dagelijksche sleur; het was bepaald druk in het anders zoo stille dorpals het voor ons tijd was om naar het park te gaan (de plaats waar de vuurmonden zijn opgesteld), en wij allen met de paarden aan de hand daarheen trokken. Ook 's avonds, na afloop van den dienst, was er veel meer beweging dan gewoonlijk het geval was en alge meen hoorden wij dan ook, dat de inwoners de bij hen ingekwartierden met de meeste welwillendheid behandelden. En dan nog de aangename dienst gedurende de manoeuvres! Inderdaad leken ons die dagen eerder een uitspanning dan een inspanning, 's Morgens om half acht stond de batterij gereed voor den afmarsch en spoedig weerklonken de commando's om uit te rukken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1901 | | pagina 275