XLII
VERANDERINGEN en BENOEMINGEN bij het
personeel der Officieren en Burg er leer aren aan
de Koninklijke Militaire Academie.
A. Eervol ontheven van hunne betrekking aan de
Koninklijke Militaire Academie.
J. T. T. C. van Dam van Isselt, Generaal-Majoor der
InfanterieGouverneur.
J. J. Berkhout, Majoor der Artillerie, hoofd van onder
wijs voor de artilleriewetenschap in haren vollen
omvang, de daarmede verband houdende theoretische
en practische oefeningen en het maken van de
daarop betrekking hebbende teekeningen, benevens
het topografisch teekenen voor de cadetten der ar
tillerie.
J. Vos, Kapitein der Infanterie, commandant van de
lste compagnie cadetten, belast met het toezicht
op de diensten van inwendigen en huishoudelijken
aardtevens commandant der compagnie oppassers.
G. de Josselin de Jong, 1 ste Luitenant der Artillerie,
leeraar in artillerie, artillerie-reglementen en lijn-
teekenen.
Dr. G. W. Broers j Arts, Officier van Gezondheid
%de klasse.
J. J. L. Bourdrez, Civiel- en Bouwkundig Ingenieur,
leeraar in bouwkunde en lijnteekenen.