18 Bij circulaire van 15 Januari 1901 deelde de Com missie mede, dat het huldeblijk zou bestaan uit eene door den kunstschilder J. Hoynck van Papendreciit gemaakte schilderijvoorstellende de eerste ontmoeting van Nederlandsche en Pruisische troepen in den avond van den slag bij Waterloo nabij Maison du Roiver gezeld van eene oirkonde, vervaardigd door den Heer C. A. Eckstein Directeur der Topographisclie Inrichting, benevens van eene beschrijving van de op de schilderij voorgestelde gebeurtenisvervaardigd door het lid der Commissie Generaal-Majoor W. E. A. Wüppermann, welke documenten zouden worden aangeboden in eene met toepasselijke ornamenten versierde zilveren doos. Voorts werd het huldeblijk voor alle deelnemers ter bezichtiging gesteld in de bibliotheek der kazerne van het Regiment Grenadiers en Jagers te 's Graven- liagedie daartoe welwillend door den Heer Regiments commandant was beschikbaar gesteld, en wel op Woensdag 23 Januari voor de officieren met hunne dames en op Donderdag 24 Januari voor de militairen beneden den rang van officier met hunne echtgenooten en volwassen dochters. De gecontribueerde gelden, welke niet noodig waren ter bestrijding van de kosten van het huldeblijk, werden overgemaakt aan de Hoofdcommissie voor de aanbieding van een nationaal geschenk aan Hare Majesteit de Koningin. De aanbieding van het huldeblijk had door de Com missie plaats op Donderdag 7 Maart 1901in het Koninklijk Paleis te Amsterdam.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1902 | | pagina 168