23
waar de Fransche Keizer den vorigen dag wat ge
geten had, enz. enz." (1)
De Luitenant-Kolonel Wüppermann voegde hier aan toe:
«Wie hij het bestudeeren van den veldslag nagaat,
»waar de Pruisische troepen het eerst den straatweg
«naar Charleroi hebben betreden, op welk punt dus
«de beschreven ontmoeting heeft plaats gehad en daarbij
«de aangegeven bivakplaats vergelijkt met wat de
«kapitein Omphal (die in de voordracht genoemd werd)
«daaromtrent mededeelt, zal zeker niet meer kunnen
«twijfelen aan het feit, dat de besproken brigade, na
«haren aanval op de Fransche garde, tot de meest
«vooruitgerukte troepen der Verbondenen heeft be-
«hoord."
De heer J, Hoynck van Papendrecht, die zoo wel
willend was mij eenige gegevens betreffende de door
hem vervaardigde schilderij te verstrekkenschreef mij
o.a., doelende op het bovenstaande naschrift:
«Ik vond het onderwerp zoo mooi, dat ik, het jaar
«daarop in Waterloo zijnde, de scène in mijne ver-
«beelding zag, toen ik op een avond Maison du Roi
«bezocht. De huizen op mijn schilderij zijn dan ook
i>portret.
«De veldweg van Plancenoit komt daar op den
«straatweg. De Pruisen, van af dien weg debouchee-
«rend, van achter de huizen links, zien opeens Rociiell
«en zijne flankeurs door het gehucht marcheeren. Dat
«is het idee van mijn schilderij.
(1) D. i. de hoeve le Cailloueven zuidwaarts van la Maison du Roi