37
of neerbuigend protegeeren tegenover 't jongste jaar,
de eerste dolle Stikumavond, en we zaten weer op
ons gemak in het Breda'sche schuitje. Weinig was
er tusschentijds veranderd; op de kleedingkastjes waren
sloten gekomen, welke instelling, hoe nuttig op zich
zelf, eene nieuwe gelegenheid tot 't plegen van delicti
omissioni opende. In het practisch onderricht was eene
nieuwe strooming merkbaar, terwijl ook de wereldsche
genoegens niet op den achtergrond gesteld warenlate
uitgaansavonden op weekdagen waren tot dusver voor
't 2de en 1ste studiejaar een ongekende weelde geweest.
De najaarskermis bezorgde ons de gebruikelijke bijzon
dere vergunningen tot uitgaan: al ging het wel eens
vroolijk toe: honi soit qui mal y pense! De joviale
ontvangst van twee onzer senaatsleden door de Kamper
collega's bij de viering van hun jaarfeest, mag zeker
niet onvermeld blijven.
En hiermede zijn we aan het einde van onze taak
gekomenwereldschokkende gebeurtenissen konden wij
niet vermelden; we riepen slechts die kleine, dikwerf
onbeduidende voorvallen in herinnering, die nochtans
in ons besloten Academieleven zoo'n eigenaardige be
koring verkrijgen. Beschouwen wij echter het korps
in zijn innerlijk levendan moeten we helaas consta-
teeren, dat de machtspreuk »Eén voor allen en allen
voor één"langzamerhand eene ijdele leuze geworden
is en dat korpsgeest plaats maakt voor een ont
bindenden clubgeest. De Cadetten-Societeit, die éenige
gelegenheid tot gezelligen omgang, tot vrije gedachten-
wisseling tot waardeering van eikaars karaktertrekken