GJdeur %'laar. Het zonnetje scheen er zoo lustig Op akkers en weiden en bosch. We zaten er beiden zoo rustig Op 'tgeurige, mollige mos. We keuvelden heerlijk toen saampjes Van liefde en teedere min We gaven elkaar zoete naampjes lk streelde haar wangen en kin. Ze zat daar zoo lief, met heur kopje Al leunende tegen mijn borst, lk zag toen een haarspelden topje üat stil ik er uit halen dorst. Fluks zocht ik nog andere spelden, Ik haalde z'er uit een voor een. Terwijl zong een vogel der velden, En ik zong »U min ik alleen Ik kuste vol liefde-verlangen Haar blozende wangen en mond. Heur wrong bleef aan één speld nog hangen Toenviel er een pruik op den grond. Pseudonimus.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1902 | | pagina 205