57
gevolg, het eerst in den foyer te komen. Dadelijk
grijpt zij een' kellner bij zijn mouw en voegt dezen
toe: «Vijf thee, gauw wat!" terwijl zij haren
kinderen leert, dat, «als je d'r niet gauw bij bent,
je nooit wat krijgt", eene leer, die voor hare dochters
te loor gaat, daar deze op dit moment in extase
verkeeren over «die goddelijk gladde parketvloer" en
uitgelaten daarop samen even rondwalsen.
Reeds zijn meerdere menschen in de zaal verschenen
zij aanschouwen glimlachend de dartele jongedames
en vinden dat dansen «aardig"; maar mama is eene
andere meening toegedaanwant vinnig roept zij
tegen hare spruiten:
«Stellen jullie je als je blieft niet aan!"
't Walsen houdt opengevolgd door haar man en
kroost, beweegt mevrouw zich naar eene canapé,
waar ze met den uitleg: «Ik zit!" op neervalt. De
anderen groepeeren zich zóó om de moeder, dat zij
een goed gezicht hebben op de menschendie
inmiddels de zaal gevuld hebben.
»'tls hier óók aardig warmpjes!" vindt mijnheer,
hetgeen zijne vrouw hem door een zwijgend knikken
en een waaien met haar tekstboekje toegeeft.
«Vier thee; als 't u blieft!" De kellner begint zijn
blad te ontladen op een tafeltje.
«Vier?" vraagt mevrouw met iets onheilspellends
in haar stem.
De kellner trekt verwonderd met z'n wenkbrauwen.
«Ik hebbegint mevrouw bits, maar haar
echtgenoot valt haar in de rede: