59 door hare moeder, draagt ijs en sorbet aan, terwijl de vader op oude-heeren-manier met de jonge gasten aan 't llirten is. «Vindt u Pauwels niet snoezig als Tannhauser?" vraagt een aardig kopje aan mijnheer. «'kVind jou nog veel snoeziger," zegt mijnheer erg banaal. Een coquet stampje en een vroolijk lachje is het gevolg. «Ik dweep met Wagner!" zegt een jeugdig muziek- kenstertje tegen eene vriendin. «Ja, 'tis lieve muziek," oordeelt de vriendin. «Lief," zegt de eerste minachtend, «prachtig, ver heven grootsch «Jij weet het," zegt een derde jonge schoone, met iets ironisch in haar stemwaarop de dweepster zich nijdig omdraait en 'n portie ijs aanneemt van de gast vrouw. Bij een open raam staan twee heeren samen te praten over Indië. 't Onderwerp moge vreemd lijken maar Wagner had hen op Couperus gebracht, en deze door zijn «Stille Kracht" op Insulinde. Juist zegt de een tot zijn' vriend: «Wat weet jij er nu van? Hoe kan jij nu mee praten over Indië?" «Nu, mijn broer is er een paar jaar geweest, mijn neef gaat er de volgende maand heenen bovendien heb ik ïVetii" en «de Indrukken van 'n Totok" ge lezen verdedigt zich de vriend. Hèroept de ander hatelijk, «vooral die neef zal je wel op de hoogte gebracht hebben."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Almanak der Koninklijke Militaire Akademie | 1902 | | pagina 209